motiveren kun je leren
De uitdaging voor iedere docent:
leerlingen motiveren voor je vak
Intrinsieke motivatie… Hoe vaak hebben we er al niet over gehoord? Het lijkt het hoogste goed te zijn: leerlingen intrinsiek te motiveren voor jouw vak. Kan dit eigenlijk wel? Of is het een illusie? Om maar meteen met de deur in huis te vallen: als extern persoon heb je vrij weinig directe invloed op de intrinsieke motivatie van jouw leerlingen. Hoogstens kun je ervoor zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn om gemotiveerd te raken en te blijven. Maar gemotiveerd raken voor school is toch echt iets wat vanuit de leerling zelf moet komen.
Is er dan niets
aan te doen?
Zoals gezegd kun jij als buitenstaander niet iemand anders veranderen. Het verlangen om te willen veranderen ligt geheel bij de andere persoon. Toch kun je wel invloed uitoefenen op het veranderproces van de leerling. Want als we leerlingen negatief kunnen beïnvloeden, kunnen we dat ook positief. Zo schrijven Huub Nelis en Yvonne van Sark in hun boek Motivatie binnenstebuiten dat intrinsieke motivatie samenhangt met drie pijlers: competentie, autonomie en verbondenheid.
“Als leerlingen negatief te beïnvloeden zijn, Zijn ze ook positief te beïnvloeden.” - Bianca Boender
De samenhang van competentie, autonomie en verbondenheid
Dit houdt in dat het van groot belang is dat leerlingen zich uitgedaagd voelen en dat zij merken dat ze vooruitgang boeken. Dat ze het gevoel hebben invloed te hebben op hun eigen leerproces en dat ze voldoende keuzes krijgen om zelf te bepalen hoe zij iets willen aanpakken. Daarnaast is het ervaren van betekenisvolle relaties met de mensen om hen heen ook een belangrijke factor voor intrinsieke motivatie.
Leerlingen die zich wel competent voelen, veel ruimte krijgen, maar toch de verbinding missen met docenten of medeleerlingen, voelen zich minder gemotiveerd.
Al hebben leerlingen het gevoel de stof aan te kunnen en ervaren zij voldoende ruimte om zich verder te ontwikkelen, als ze niet in verbinding zijn met docenten en medeleerlingen heeft dat een remmende werking op hun motivatie. Als dus niet aan al deze pijlers wordt voldaan, werkt dit negatief door in de intrinsieke motivatie die leerlingen ervaren.
Biologische feitjes omtrent motivatie
Het is mogelijk hier als docent aan te voldoen. Motivatie wordt in de hersenen door drie hormonen getriggerd: dopamine, opioïden (zoals endorfine) en oxytocine. Dopamine zorgt ervoor dat je zin krijgt om je ergens voor in te zetten en te presteren. Opioïden zorgen ervoor dat iemand zich lichamelijk en mentaal gezien goed voelt. En oxytocine maakt dat je je verbonden voelt met anderen en je ook voor hen wilt inspannen.
uitval onder vierdejaars is groot
Met name de havo- en vwo vierdejaars ervaren grote prestatiedruk, wat steeds vaker leidt tot uitval of mentale problemen. Weten wat jij kan doen om dit te voorkomen? Zoek contact met ons via deze link.
Heb je als docent invloed op motivatie?
Ja! Een docent die positieve aandacht geeft aan een leerling kan zorgen voor een piek in de aanmaak van oxytocine. Opioïden worden de kop ingedrukt door stress en dopamine hangt sterk samen met ons beloningssysteem. Acceptatie, persoonlijke interesse en het uiten van waardering hebben een grote invloed op de aanmaak van deze drie hormonen. Alleen al het vooruitzicht op erkenning en waardering activeert deze systemen.
Tips voor het creëren van intrinsieke motivatie
Hier ligt voor jou als docent dus een hele mooie uitdaging.
Want hoe laat je iedere individuele leerling zich nu écht gezien voelen.
We geven je een aantal tips:
Investeer in een goede relatie met iedere leerling uit jouw (mentor)klas
Plan terugkerende gesprekjes van maximaal 15 minuten met iedere leerling. Stel vragen als Wat wil je? Wat heb je daarvoor nodig? En hoe kan ik je daarbij helpen? Leerlingen denken vaak dat jij als docent enkel gefocust bent op hun scores. Laat hen tijdens deze gesprekjes ervaren dat je verder kijkt dan dat.
Toon je waardering en sta bewust stil bij (kleine) succesmomenten
Dit kan door een positief gesproken woord. Het kan ook door een geschreven woord op de zijkant van een teruggegeven repetitieblaadje of als reactie in een digitale leeromgeving. Waardeer je de hele klas? Spreek het uit en beloon ze eens met een filmpje of een candybar.
Geef feedback op het proces en niet alleen op de uitkomst
Laat merken dat je gelet hebt op hoe de leerling te werk is gegaan. Benoem de verschillende positieve dingen die je hebt gezien en benoem niet meer dan één verbeterpunt. Leerlingen in deze leeftijdsfase zijn enorm gevoelig voor kritiek.
Daag de leerling uit
Voordat je dit kunt doen, moet je overigens wel weten hoe ze ervoor staan en hoe je ze uit kunt dagen. In plaats van hen alle stof opnieuw te laten leren, help je hen zich meer te richten op de stof die ze nog niet zo goed onder de knie hebben.
Laat de leerlingen zelf ook zien hoe zij er voor staan. Zo krijgen ze zelf inzicht in wat ze nog moeten doen en kunnen ze gerichtere focus aanbrengen.
Bied (beperkte) keuzevrijheid en geef daarbij voldoende structuur
Keuzevrijheid draagt bij aan motivatie, maar te veel keuzevrijheid leidt tot stress en het uitstellen van een keuze. Dus begeleid dit proces. Laat leerlingen zelf een manier kiezen die past bij hun talenten of interesses om de opdracht te maken. Je kunt ook zelf 3 of 4 verschillende mogelijkheden bedenken om de opdracht uit te voeren en de leerlingen hieruit laten kiezen.
Tips voor het creëren van intrinsieke motivatie
Hier ligt voor jou als docent dus een hele mooie uitdaging.
Want hoe laat je iedere individuele leerling zich nu écht gezien voelen.
We geven je een aantal tips:
Investeer in een goede relatie met iedere leerling uit jouw (mentor)klas
Plan terugkerende gesprekjes van maximaal 15 minuten met iedere leerling. Stel vragen als Wat wil je? Wat heb je daarvoor nodig? En hoe kan ik je daarbij helpen? Leerlingen denken vaak dat jij als docent enkel gefocust bent op hun scores. Laat hen tijdens deze gesprekjes ervaren dat je verder kijkt dan dat.
Toon je waardering en sta bewust stil bij (kleine) succesmomenten
Dit kan door een positief gesproken woord. Het kan ook door een geschreven woord op de zijkant van een teruggegeven repetitieblaadje of als reactie in een digitale leeromgeving. Waardeer je de hele klas? Spreek het uit en beloon ze eens met een filmpje of een candybar.
Geef feedback op het proces en niet alleen op de uitkomst
Laat merken dat je gelet hebt op hoe de leerling te werk is gegaan. Benoem de verschillende positieve dingen die je hebt gezien en benoem niet meer dan één verbeterpunt. Leerlingen in deze leeftijdsfase zijn enorm gevoelig voor kritiek.
Daag de leerling uit
Voordat je dit kunt doen, moet je overigens wel weten hoe ze ervoor staan en hoe je ze uit kunt dagen. In plaats van hen alle stof opnieuw te laten leren, help je hen zich meer te richten op de stof die ze nog niet zo goed onder de knie hebben.
Laat de leerlingen zelf ook zien hoe zij er voor staan. Zo krijgen ze zelf inzicht in wat ze nog moeten doen en kunnen ze gerichtere focus aanbrengen.
Bied (beperkte) keuzevrijheid en geef daarbij voldoende structuur
Keuzevrijheid draagt bij aan motivatie, maar te veel keuzevrijheid leidt tot stress en het uitstellen van een keuze. Dus begeleid dit proces. Laat leerlingen zelf een manier kiezen die past bij hun talenten of interesses om de opdracht te maken. Je kunt ook zelf 3 of 4 verschillende mogelijkheden bedenken om de opdracht uit te voeren en de leerlingen hieruit laten kiezen.
Voorbeelden uit de praktijk
Om je op weg te helpen geven we je een viertal voorbeelden van hoe collega’s het aanpakken:
Sharon: “Aan het begin van ieder blok krijgen de leerlingen van mij een map met opdrachten. Iedere les leg ik 10 minuten uit wat de bedoeling is. Dan zeg ik de klas dat ze zelf aan het werk mogen gaan waarbij ze zelf mogen kiezen wat ze doen: ze mogen hier blijven werken, in de kantine gaan zitten of lekker in de zon aan het werk gaan. De opdracht is altijd duidelijk: het moet af zijn aan het eind van de periode. Eens per maand check ik of het bij iedereen nog goed gaat en of de map er nog goed uitziet. Natuurlijk nemen sommigen de tijd om te roken, maar de meesten gaan meteen aan de slag.
Ik heb wel één belangrijke regel: je maakt de opdracht niet thuis. Als ze de les goed gebruiken kunnen ze het gewoon op school afkrijgen. Ik krijg vaak van de leerlingen terug dat ze deze manier van zelfstandig werken erg fijn vinden.”
Dave: “Als ik toch op het plein moet surveilleren, maak ik er ook maar gebruik van. Bij elke surveillance pik ik er een leerling van mijn mentorgroep uit met wie ik gericht een gesprekje ga voeren. Terwijl ik met één oog de rest van de leerlingen in het oog houd, praten we over de meest uiteenlopende onderwerpen: van gamen tot het laatste rapport en van seks tot de echtscheiding van z’n ouders. Ongelooflijk wat zo’n kort gesprekje oplevert. Ik heb er vaak de rest van het jaar profijt van.”
Rick: “Een aantal meiden uit een havo 4-klas vroegen laatst bij een opdracht tekstverklaring: ‘Moeten we alle antwoorden opschrijven?’ Uiteindelijk hebben ze alle antwoorden hardop pratend aan elkaar gegeven en gecontroleerd in het antwoordenboek. Als leerlingen hun schoolwerk anders willen doen, dan mag dat als ze het maar beargumenteren.”
Daimy: “Laatst kwam er een jongen naar me toe: ‘Mevrouw, ik wil best een boek lezen maar ik maak er geen boekverslag van hoor!’ Hij verwachtte uiteraard een tegenantwoord hierop, maar ik vroeg hem: ‘Dat is oké, hoe wil je het dan wel doen?’ Hij kwam uiteindelijk met een prima oplossing. Hij wilde er een vlog van maken. Ik stelde een aantal eisen aan de opzet en de tijdsduur en hij had uiteindelijk een prima verslag ingesproken van het door hem gelezen boek.”
Geef leerlingen zelf inzicht in hun motivatie
Naast de dingen die jij kunt doen om je leerlingen te motiveren, is het ook verstandig om leerlingen zelf aan het denken te zetten met betrekking tot hun motivatie voor het schoolwerk. Mede daarom hebben we vanuit Creatieve Preventie een aantal lessen ontwikkeld om havo-vwo-leerlingen inzicht te geven in de mate waarin zij prestatiedruk, keuzestress en motivatie ervaren. Klik hieronder op de button voor meer informatie.
BRONVERMELDING
Nelis, H. & Sark, Y. van. (2019). Puberbrein binnenstebuiten. Kosmos Uitgevers B.V., Utrecht.
Over Marije Perik:
Marije Perik (1989) heeft een grote passie om de richtlijnen uit de Bijbel te combineren met de inzichten die zij opdeed tijdens de studie Toegepaste Psychologie met specialisme ‘Jeugd en Ontwikkeling’. Zij is als trainer en spreker voor jongeren en ouders betrokken bij diverse projecten, waaronder Creatieve Preventie.
VRAAG NU DE EERSTE lesbrief van (un)Shakable GRATIS AAN
Wij als Creatieve Preventie geloven dat we samen verantwoordelijk zijn om tieners mentaal weerbaar te maken. Dat is de reden waarom wij in de afgelopen maanden lespakket (un)Shakable hebben ontwikkeld. Een lespakket met zes lesbrieven vol opdrachten, sociale interacties en inzichten. We stellen tijdelijk de eerste lesbrief gratis beschikbaar voor jou als docent.